exameneisen voor zwarte band

 

EXAMENEISEN 1e DAN JUDO PER 1 SEPTEMBER 2012

KATA 

Keuze programma: 

De kandidaat moet één kata demonstreren en maakt een keuze uit: 

nage-no-kata; katame-no-kata; go-no-sen

 Vrijstelling:  Bij 100 punten vrijstelling van kata

 

NAGE-WAZA

Keuzeprogramma: Eigen werkstuk (indien de kandidaat daarvoor heeft gekozen) 

Indraaien:  o-goshi; koshi-guruma; ippon-seoi-nage; tsuri-goshi; uki-goshi; tsurikomi-goshi; tai-otoshi;

morote-seoi-nage; hane-goshi; harai-goshi; uchi-mata

Vegen:  de-ashi-barai; okuri-ashi-barai; o-uchi-barai; ko-uchi-barai

Maaien:  o-soto-gari; o-uchi-gari; ko-uchi-gari

Blokkeren:  hiza-guruma; sasae-tsuri-komi-ashi

Opofferen:  tomoe-nage; sumi-gaeshi; yoko-tomoe-nage; tani-otoshi

Opofferen en volgen:  1 hikikomi naar keuze

Verbinden:  3 verbindingen naar keuze

Overnemen:  3 overnames naar keuze

 

Opmerkingen:

1. Indien er in het keuzeprogramma het go-no-sen gedemonstreerd wordt, zal er in het verdere

    verloop van het examen aan de kandidaat geen overname meer gevraagd worden.

2. De werptechnieken worden in beweging uitgevoerd (yako-soku-geiko).

3. De examinator kan vragen de werptechnieken links/rechts te laten demonstreren.

 

KATAME-WAZA

Keuzeprogramma: Eigen werkstuk (indien de kandidaat daarvoor heeft gekozen) 

Houdgrepen:  kesa-gatame; yoko-shiho-gatame; tate-shiho-gatame; kami-shiho-gatame

Variëren:  Één variatie op elk van bovenstaande technieken

Bevrijden:  Een bevrijding op elk van bovenstaande technieken

Armklemmen:  ude-garami; ude-hishigi-juji-gatame; ude-hishigi-ude-gatame; ude-hishigi-hiza-gatame;

ude-hishigi-waki-gatame; ude-hishigi-hara-gatame

Omstrengelingen;  kata-juji-jime; nami-juji-jime; gyaku-juji-jime; hadaka-jime; okuri-eri-jime; kataha-jime; katate-jime; morote-jime; sankaku-jime (3); tsukomi-jime

Situationeel ne-waza: Uit elke van onderstaande posities twee controle technieken:

1. uke rugligging

2. uke bokzit

3. uke buikligging

4. tori bokzit

5. tori rugligging

 

Opmerkingen:

1. Alle katame-waza dienen gedemonstreerd te worden vanuit een reële situatie, bijvoorbeeld  in een

    yako-soku-geiko vorm of na een tachi-waza situatie

2. De examencommissie moet uit elk onderdeel (houdgrepen/variëren/bevrijden/armklemmen/

    omstrengelingen/situationeel ne-waza) de kandidaat bevragen, maar is vrij in het bevragen van het

    aantal technieken.